Posts

Posts uit 2013 tonen

Halma

Een paar weken terug kwam zoon van dertien bij me: ‘Pap, ik wil een PS3.’ Mijn eerste reactie was een wanhopige maar intensieve bestudering van mijn meest recente geheugendump. Ergens zou ik toch iets moeten hebben opgevangen. PS3, PS3, … wat in godsnaam was een PS3? Ervaring had mij inmiddels afgehouden van de rechtstreekse wat-vraag. Zoon zou mij onmiddellijk terugverwijzen naar de donkere anonieme hoek van dommeriken, nitwits en sukkels. Razendsnel zocht en vond ik een strategie die mij aan meer informatie zou helpen zonder mezelf een aantal stappen terug te werpen op zoons waarderingscurve. PS3 zou wel eens iets met automatisering te maken kunnen hebben en dus riep ik: ‘Een PS3? Wat kost dat wel niet?’ Zoon nam meteen plaats achter de laptop en zocht zijn wensen op. ‘Kijk, deze is 160 mb en die 500.’ Hij noemde de prijzen en ik nam intussen de mogelijkheid te baat om de specificaties te lezen. Een spelcomputer. PS3 is een spelcomputer en hij kost een paar centen. Ik dacht aa

Sonja

‘Bouwbedrijf Wegelkens, goedemiddag, met Sonja.’ ‘Goedemiddag, u spreekt met Korfmaker van de Inspectie SZW. Zou u mij kunnen doorverbinden met de heer Wegelkens; Daniël Wegelkens.’ ‘Ja hoor, ik zal even kijken of ik Danny kan vinden.’ … ‘Hallo?’ ‘Ja, mevrouw.’ ‘Nee, Danny zit niet op zijn plaats. Ik denk dat hij even van zijn plek af is. Het zou kunnen dat hij naar de bank is. Het gaat namelijk niet zo goed met het bedrijf.’ ‘Ach … Maar misschien kunt u bij zijn agenda? Ik wil graag een afspraak maken.’ ‘Nee, ik kan niet bij zijn agenda. Als je een afspraak wilt maken, dan moet je Danny zelf hebben.’ ‘Prima, kunt u dan misschien een notitie voor hem maken zodat hij mij terug kan bellen?’ ‘Nou misschien kun je het beter zelf nog even proberen.’ ‘Als u een notitie op het bureau van de heer Wegelkens legt, dan probeer ik het in de loop van de dag ook nog eens.’ … ‘Wie kan ik opschrijven dat er gebeld heeft?’ ‘Korfmaker van de Insp...’ ‘Korsmaker, schrijf i

Kefir

Als ik hier Steve Austin noteer, dan zit u waarschijnlijk niet meteen op het puntje van uw stoel, alert als een visarend en tot in de haarvaten gespannen. Dit zal evenmin gelden voor de naam Jamie Sommers. U zult hoogstens concluderen dat u de namen eerder hebt gehoord; dat ze u niet volstrekt onbekend voorkomen. Welnu, Steve Austin was de bionische man; de man van zes miljoen. Jamie Sommers was zijn vrouwelijke equivalent. Steve en Jamie waren door diverse medische ingrepen ter waarde van ieder zo’n zes miljoen dollar veranderd in een soort robot, maar ze leefden wel. Ze combineerden de voordelen van het leven met de verworvenheden van de techniek. Alhoewel ik bijna zeker weet dat de techniek op het moment dat de serie werd opgenomen zeker nog niet in staat was om robots te bouwen. En juist dat maakte het zo leuk; ik bekeek de serie toentertijd met veel plezier. Nu, pakweg vijfendertig jaar later, is het technisch wel mogelijk een robot te bouwen maar, ik hoor het u denken, het ombouw

Bretagne

Ik was er nog nooit geweest. Als zelfbeëdigd francofiel schaamde ik mij reeds langere tijd voor het onverteerbare feit dat ik de westkust onder Normandië nog nimmer had bezocht: het was hoog tijd voor een nadere exploitatie. In dit specifieke geval mocht de Golf van Morbihan in het zuiden van de fraaie regio Bretagne dit jaar rekenen op mijn weloverwogen komst en een verblijf van maar liefst twee weken. Maar niet nadat ik mij, samen met echtgenote en zoon twee dagen had opgehouden in het prachtige Pays d’Auge in Normandië. Het land van de room en de appels. Het woord pittoresk is er uitgevonden, het sterft er van het melkvee (nodig voor de room) en de meeste van de geteelde appels zijn er, heb ik mij er laten vertellen, niet te vreten. En dat hoeft ook niet want ze zijn voor de cider. Ik had mij voorgenomen het korte verblijf te spenderen aan het rijden van de route de cidre , een traject van een kilometer of veertig waarin het prachtige landschap zich verenigt met het plezier en

Skuuve

Katholieken zijn allemaal oud. Ik weet niet hoe ze het doen, maar er bestaan geen jonge katholieken. Ik zie ze niet. Op de avond van de dag van de inauguratie van de paus, wist ik mij omringd door heel veel katholieke dames. Ik had geen straf of zo, nee, de dames hadden het vocaal ensemble van Ma ingehuurd om zich te vergewissen van een recreatief en onderhoudend uurtje vol zang, anekdotes en gitaarspel. En ze waren allemaal oud. Allemaal. De gemiddelde leeftijd in de zaal kwam overeen met die van de kardinalen tijdens het conclaaf waarin Franciscus I werd gekozen tot paus. Biologisch gezien kan het niet, ik weet het, maar als ik katholieken zie, zijn ze oud. En er zijn er wel een miljard van. Allemaal oud. Ze worden geënt of zo. Je breekt er een vinger af, stopt die samen met wat hosties voor de voeding in wat aarde. Regelmatig begieten met wijwater en na verloop van tijd heb je een nieuwe oude katholiek. Zo moet het bijna wel gaan. In ieder geval is het celibaat op die manier ook

Handdoek

Mijn handdoek was gejat. Mijn handdoek met daarin gevouwen de fles showergel. Voor het eerst na mijn vakantie en een stevige griep had ik besloten weer eens gebruik te maken van mijn peperdure zwemabonnement en dus besprong ik na ruim  drie weken tijd in een enthousiast zweefmoment het warme chloorrijke water van het plaatselijke zwembad. Ik had uitgerekend dat het net kon. Om kwart voor drie had ik een presentatie in Dokkum en als ik exact dertig minuten zou zwemmen, kwam alles goed. Maar niet alles kwam goed. Niemand was die dag bijvoorbeeld van plan van zijn baan te wijken om anderen ruimte te geven, er waren relatief veel vrouwen die naast elkaar in het midden van het bad bij voorkeur niet zwommen en mijn grote vriend de zeerob was er weer: een bebaard zwaargewicht dat zich gewoontegetrouw als een murene over de bodem bewoog, als zodanig de indruk op zich vestigend dat hij anderen van onderen bekeek, zich dientengevolge niet erg geliefd maakte en die er zijn integrale leven voor wa

Oerwoudgeluid

Mijn hele leven heb ik voetbal verafschuwd. Eerst begreep ik het niet; tweeëntwintig man die vechten om een bal terwijl er zat van die dingen naast het veld lagen om iedereen er een te geven. Toen kreeg ik in de gaten dat je op een ander niveau moest gaan denken. Het abstractieniveau moest substantieel naar beneden worden bijgesteld om te weten welke summiere processen er in die tweeëntwintig koppies plaatsvonden. En geloof me, ik heb het geprobeerd. Ik heb jaren lang geprobeerd me in te leven in de voetballer en zijn supporter. Echt. Ik heb gezopen als Charles Bukowski om maar zoveel mogelijk hersencellen te vernietigen, ik heb een week op mijn kop gestaan en ik heb een maand lang drie keer per dag mijn kop tegen een betonnen muur gebeukt. Met aanloop. Maar ik kan er niet bij; het is te laag. Op de Pedagogische Academie heb ik geleerd om mijn niveau aan te passen aan de toehoorders in de klas. En dat waren (vaak jonge) kinderen. Dat lukte altijd prima. Maar voetbal; nee. De speler e