Posts

Posts uit 2015 tonen

Raft

Ik ging raften. Niet dat het ooit mijn bedoeling was geweest, maar de rust die ik tijdens vakanties zo nodig heb, verlangde, paradoxaal genoeg, dit aanzienlijke offer van mij. Echtgenote, zoon en ik waren in Noorwegen en volgens zoon moest er toch tenminste één woeste stroom worden bedwongen anders dan via een brug eroverheen. Maar daar waar ik de spanning op televisie, met een bak chips en een goeie triple in het glas, geenszins schuw, is elk avontuur met mijzelf in de hoofdrol een volstrekt andere zaak. Geen probleem, zo dacht ik, zoon wil raften, ik niet, en toevertrouwd aan een ervaren kapitein zou ik tijdens zijn tocht een boek kunnen lezen. De eisen die de Noren aan een dergelijk waagstuk stelden, waren echter streng: zoon was te jong; deelname onmogelijk. Diepe teleurstelling die zich uitte in een begrijpelijke opstandigheid tegen de Noorse overheid, dreigde al na drie dagen de rest van onze vakantie te beïnvloeden, tot wij bij een camping het bordje zagen waarop een familie

Babet

In de loop der tijden, heeft de mensheid reeds kunnen vaststellen dat schapen beschikken over diverse waardevolle kwaliteiten. Zo kunnen ze door de shoarma, maken ze een uniek geluid, voldoen ze aan de specificaties van grasmaaier, geven ze wol en zijn ze kalmerend als valeriaan, zodat je ze kunt tellen als je niet in slaap kunt komen. Daarnaast kun je er bij gelegenheid melk uit trekken, maar ik vind dat persoonlijk geen kwaliteit, slechts een te verwaarlozen bijkomstigheid. De lammetjes zijn schattig, veel te kort klein en hun boutjes zijn gewild bij een groot publiek. Vanwege al deze kwaliteiten is de vraag naar schapen groot en zijn er dientengevolge veel van. Begin mei was ik in Frankrijk. We bezochten er onze vrienden Anne en Olivier, die direct aan het Kanaal, La Manche, een prachtige boerderij met drie gîtes bewonen. Sinds de laatste keer dat wij hen bezochten, dik twee jaar terug, was er veel veranderd. Zo was er een winkeltje toegevoegd, waren er kippen en jazeker, waren

Puber

Ondanks twee lagen gewapend beton als filter tussen ons in, daalden de seksueel en blasfemisch getinte opmerkingen kraakhelder op ons neer. Zoon had wat games via internet aangeschaft en was de boel aan het downloaden. Om het proces te bespoedigen, spoorde hij zijn computer aan met jargon dat ik, toen ik zijn leeftijd had, alleen kende uit boekjes in vier talen met afbeeldingen die aan duidelijkheid niets te raden over lieten en die ik in het diepste geheim onder de dekens bekeek. Ik haalde het niet in mijn hoofd om het bedoelde taalgebruik hardop te bezigen. Door games als Grand Theft Auto, hebben de voorheen louter erotisch bedoelde termen als Fokking, Bitch en Slut, hun weg van de ouderlijke sponde naar de tiener-, en puberslaapkamer gevonden. En daarmee is de erotische glans er ook meteen een beetje af. Ik vroeg hem naar de redenen van zijn onmin. ‘Jonge,’ zei hij, ‘dat internet is niet vooruit te branden.’ Ik kreeg een verhandeling over mbits per seconde, over routers, bedrade e

Arbo

De man tegenover me keek weg. Bij het verwerken van de zojuist gehoorde mededeling kon hij de indringende blik van de boodschapper niet gebruiken. Hij murmelde een zin die gezien het gehanteerde volume niet voor mij was bestemd, maar waaruit desondanks een ferme krachtterm viel op te maken. Hij bracht zijn rechterhand naar zijn mond, stak er twee vingers in en floot. Tegelijkertijd gebaarde hij met zijn linkerhand naar twee collega’s die even verderop op het schuine dak vanaf de dakkapel en hoger, de pannen aan het leggen waren. De man had zich zojuist aan mij voorgesteld als Arie. De achternaam was nog net iets teveel gevraagd, maar daar kwamen we straks wel uit. Hij riep naar zijn collega’s dat ze moesten komen, maar het bevel smoorde in de pogingen van Jan Smit om via de radio van een cirkelzaagmerk de steigerbouwers aan de overkant van de straat tot wanhoop te drijven. In een tegenoffensief stuurden zij op hetzelfde volume iets van Deep Purple onze kant op. Eén van de twee colle

Piep

In de jaren ‘70, ‘80 en ‘90 was gehoorbeschadiging geen onderwerp van belang. De piep in je oren na een concert ging wel weer weg en rockmuziek onder de 110 dBA was het niet waard om een paar tientjes voor uit te geven. Dan kon je net zo goed een LP opzetten. Koptelefoons werden tot het uiterste gedreven en de speakers kregen geen kans te verstoffen, er was simpelweg geen gevaar. En dus stelde ik onbevangen en zonder besef van enig risico mijn oren vanaf eind jaren ‘70 bloot aan te hard geluid. Concerten van Satriani, Toto en TC Matic zijn voorbeelden van absurd volume. Ik stond vooraan, de broek resoneerde mee op de bas en bij elke stoot van de basdrum stierf mijn gehoor een beetje. Er was geen angst, de piep in de oren nadien verdween wel weer en ik hoorde jaren lang alles nog prima. Tot dat ineens niet meer zo was. Op een slechte dag, misschien vijftien jaar geleden, bleef de piep. En hij is er nog. Denk ik. Ik hoor het niet meer omdat er daarna nog een heleboel andere piepjes in e